Verpleegkundige diagnostiek is essentieel : onderzoeksverslag U3

Kwaliteitsproject | 2020
Samenvatting

De mate waarin verpleegkundige diagnostiek een voorspellende waarde heeft op de opnameduur in Nederlandse ziekenhuizen was voor dit onderzoek nog onduidelijk. Om hierin meer duidelijkheid te kunnen scheppen is er onderzoek uitgevoerd in het Martini Ziekenhuis in Groningen. Dit onderzoek heeft als onderzoeksvraag: “Wat is de voorspellende waarde van in het elektronische patiëntendossier gedocumenteerde verpleegkundige diagnostiek, medische diagnostiek, comorbiditeit en medische behandeling op de opnameduur van patiënten die in de periode 01-08-2012 tot en met 31-12-2013 voor een geplande knieprothese zijn opgenomen in het Martini Ziekenhuis?”In conclusie toont dit onderzoek aan dat bepaalde verpleegkundige diagnostiek, medische diagnostiek, comorbiditeit, medische behandeling en persoonlijke gegevens gedurende de opnameperiode een voorspellende waarde hebben op de opnameduur van patiënten waarbij een geplande knieprothese is geplaatst. De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn verpleegkundige diagnostiek, medische nevendiagnostiek, medische behandeling, mobilisatie en anesthesie.De variabelen uit de preoperatieve fase (T1) zijn grotendeels niet voorspellend. Gedurende de dataverzameling waren er weinig variabelen gedocumenteerd in de elektronische patiëntendossiers met betrekking tot de T1 fase. De mobiliteit voor opname heeft daarentegen wel een voorspellende waarde op de opnameduur. Dit geldt ook voor de mobiliteit in de postoperatieve fase (T2). Wanneer de patiënt voor het eerst heeft gemobiliseerd en de manier van opstaan uit bed komen duidelijk naar voren als voorspellers. Naast mobiliteit zijn er in de postoperatieve fase meerdere variabelen naar voren gekomen die een voorspellende waarde hebben op de opnameduur. Misselijkheid in de T2 fase is een voorspeller, evenals hypertensie wanneer dit benoemd is in de anamnese. De pijnscore in actie is een belangrijke voorspeller op de opnameduur. Daartegen blijkt de pijnscore gemeten in rust alleen een voorspellende waarde te hebben in de resultaten van het huidige onderzoek. Ook vochttekort na de operatie heeft alleen een voorspellende waarde in de resultaten van het huidige onderzoek.Verdere verpleegkundige diagnoses die een voorspellende waarde hebben op de opnameduur zijn diarree en decubitus. Patiënten waarbij de diarree en decubitus aanwezig is tijdens de opname liggen langer in het ziekenhuis. Wanneer deze aanwezige verpleegkundige diagnoses worden gedocumenteerd in het elektronisch patiëntendossier, kunnen interventies worden toegepast. Deze interventies kunnen een eventuele verlengde opnameduur terugdringen. Ook uit de literatuur is naar voren gekomen dat naarmate de verpleegkundige documentatie meer gestandaardiseerd en vollediger is er een uitspraak kan worden gedaan over de voorspellende waarde van de verpleegkundige diagnostiek. Een juiste omgang met het elektronisch patiëntendossier en een adequate verslaglegging hierin is een belangrijke voorwaarde voor het verlenen van goede, verantwoorde patiëntenzorg en het waarborgen van de continuïteit van de patiëntenzorg.Deze onderzoeksresultaten van de T3 fase zeggen niets over de voorspellende waarde op de opnameduur, eventuele aanwezige variabelen op de dag van ontslag kunnen geen invloed meer uitoefenen op de opnameduur en daardoor kan er niet vroegtijdig rekening mee gehouden worden met deze variabelen.Uit de resultaten blijkt dat de medische nevendiagnosen een voorspellende waarde hebben op de opnameduur. Dit betekend dat de aanwezigheid van de diagnoses diabetes, hartaandoeningen, maag/darm/leveraandoeningen en trombose leiden tot een verlengde opnameduur in vergelijking met de afwezigheid van deze nevendiagnoses.De medische behandelingen waar onderscheid tussen is gemaakt in dit onderzoek hebben een voorspellende waarde op de opnameduur. Uit het onderzoek blijkt dat patiënten die de medische behandeling Joint Care hebben gevolgd een langere opnameduur hebben dan de patiënten die de medische behandeling Rapid Recovery hebben gevolgd. Een verklaring hiervoor kan het moment van de eerste mobilisatie na de operatie zijn en de anesthesietechniek. In de resultaten is te zien dat patiënten die vroeg na de operatie mobiliseren gemiddeld korter in het ziekenhuis liggen dan patiënten die later na de operatie mobiliseren. Rapid Recovery patiënten mobiliseren veelal op de dag van de operatie terwijl Joint Care patiënten veelal op de tweede dag na de operatie mobiliseren. Dit kan een factor zijn die bij de medische behandelingen meespelen op de opnameduur. De reden waarom patiënten die de medische behandeling Joint Care pas mobiliseren vanaf de tweede dag na de operatie is de anesthesietechniek. Bij de behandeling Joint Care wordt veelal combi sedatie gebruikt als anesthesie waarbij het onderlichaam wordt verdoofd met behulp van een epiduraal katheter. Een epiduraal katheter heeft als bijwerking misselijkheid, duizeligheid en verlies van conditie. Bij Rapid Recovery wordt spinale anesthesie toegepast, waarbij deze bijwerkingen in mindere mate aanwezig zijn waardoor de patiënt eerdere de mogelijkheid heeft om te kunnen mobiliseren.

Specialisme
OrthopedieVerpleegkunde
Opleiding
HBO

PICO

Patient
--
Intervention
--
Comparison
--
Outcome
--

Vraag document aan bij het Martini Ziekenhuis

Andere artikelen gerelateerd aan: