Afstudeeronderzoek ‘Meten is weten’

Scriptie | 2017
Samenvatting

Inleiding: Het onderzoek heeft plaatsgevonden op de afdeling Gynaecologie/Urologie in het Catharina Ziekenhuis te Eindhoven. Uit eerder onderzoek is gebleken dat de Modified Early Warning Score (MEWS) niet nauwkeurig en weinig gebruikt wordt. Er is vanuit dit onderzoek dan ook een aanbeveling gedaan om monitoringstechnologie die ondersteunend is aan de MEWS te implementeren. Probleemstelling: De probleemstelling is als volgt: “Welke maatregelen zullen getroffen moeten worden om de IntelliVue Guardian Solution (IGS) op te nemen in het werkproces van de verpleegkundigen op de afdeling Gynaecologie/Urologie in het Catharina Ziekenhuis te Eindhoven?”. Theoretisch kader: Het theoretisch kader is opgesteld vanuit de expliciete vraagstelling, namelijk: “Welke handvaten zijn er die ondersteuning kunnen bieden bij het gebruik van technologie?”. Er is gezocht naar een raamwerk dat ondersteuning biedt bij het implementeren van technologie, de Normalisation Process Theory (NPT). Volgens de NPT kan een implementatie op verschillende gebieden impact hebben, dit worden de hoofdpeilers genoemd. Methode: Beide deelonderzoeken zijn kwalitatief explorerende onderzoeken, waarbij er vijf interviews zijn uitgevoerd. Voor deelonderzoek 1 zijn deze interviews afgenomen op de afdeling Gynaecologie/Urologie, waar er is gevraagd naar wat zij nodig denken te hebben om MEWS ondersteunende technologie, de IGS, op te nemen in het eigen werkproces. Deelonderzoek 2 heeft plaatsgevonden op de afdeling Chirurgie waar de IGS vijf jaar geleden is geïmplementeerd. Tijdens deze interviews is er gevraagd naar de ervaring met de MEWS ondersteunende technologie en de implementatie hiervan. De interviews van beide deelonderzoeken zijn getranscribeerd en geanalyseerd door middel van open coderen, axiaal coderen en tot slot selectief coderen. Deelonderzoek 3 betreft een stappenplan, welke opgezet is met de resultaten van deelonderzoek 1 en 2 en het raamwerk dat gezocht is tijdens het literatuuronderzoek. Resultaten: De resultaten van deelonderzoek 1 laten zien dat de verpleegkundigen behoefte hebben aan duidelijkheid omtrent het beleid van de MEWS en de implementatie van de IGS. Ook is het belangrijk dat zij de meerwaarde van de IGS in zullen zien, voordat er aan de implementatie begonnen kan worden. In deelonderzoek 2 komt de koppeling met het EPD sterk naar voren. De verpleegkundigen van de afdeling Chirurgie raden aan om eerst een koppeling met het EPD te realiseren, voordat er gestart wordt met de implementatie. Ook benoemen zij dat er het beste gewerkt kan worden met een werkgroep, die de overige verpleegkundigen kunnen ondersteunen en motiveren gedurende de implementatie. Tenslotte geven de verpleegkundigen van de afdeling Chirurgie aan dat zij veel baat hebben gehad bij het hebben van een vast aanspreekpunt op de afdeling, die beschikt over alle kennis omtrent de IGS en hen ondersteuning kan bieden bij vragen of problemen. In deelonderzoek 3 zijn alle resultaten samengepakt en zijn de belangrijkste punten van beide deelonderzoeken opgenomen in een stappenplan. Discussie: In de discussie wordt van deelonderzoek 1 wordt benoemd dat de uitleg van de IGS door de onderzoeker zelf is verzorgd. De verpleegkundigen van de afdeling Chirurgie werden hierdoor zo min mogelijk verhindert in het werk, echter hebben de respondenten hierdoor geen uitleg gekregen van een ervaringsdeskundige. Ook was het onduidelijk of de koppeling met het EPD er wel of niet was. Dit werd na afname van enkele interviews pas duidelijk. Echter heeft dit ervoor gezorgd dat de informatie die de respondenten hebben gegeven mogelijk gebaseerd is op de aan/ afwezige koppeling met het EPD. In de discussie van deelonderzoek 2 wordt benoemd dat de respondenten allen de implementatie van de IGS wel hebben meegemaakt, echter was dit al vier jaar geleden. Dit heeft ervoor gezorgd dat de respondenten moeite hadden om de vragen rondom de implementatie te beantwoorden en er dus enkele vragen over zijn geslagen. Ook hadden de onderzoekers
4
geen ervaring met interviews afnemen, waardoor de eerst afgenomen interviews duidelijk korter zijn, doordat er minder is doorgevraagd, dan de laatste interviews. Conclusie: Uit beide deelonderzoeken kan geconcludeerd worden dat er enkele punten zijn waarmee er rekening gehouden moet worden wanneer de IGS geïmplementeerd wordt. Er zal draagvlak gecreëerd moeten worden om de verpleegkundigen mee te krijgen, er zal een koppeling moeten komen tussen de IGS en het EPD en er zal een duidelijk beleid opgesteld moeten worden rondom het gebruik van de hulpmiddelen die bij de IGS horen. Ook zal er een korte theoretische scholing plaats moeten vinden, om vervolgens met de verpleegkundigen te oefenen in de praktijk. Aanbevelingen: Het belangrijkste punt vanuit beide deelonderzoeken, is de koppeling met het EPD. Er wordt dan ook aanbevolen dat er niet gestart wordt met de implementatie, voordat deze koppeling er is. Gedurende de implementatie moet er voldoende ondersteuning zijn, welke geboden kan worden door de werkgroep en het vaste aanspreekpunt. Ook wordt er aangeraden om, na afloop van de implementatie, de TARS uit te voeren op de afdeling, waarmee bekeken kan worden in hoeverre de IGS opgenomen is in het eigen werkproces van de verpleegkundigen.

Specialisme
Gynaecologie
Opleiding
HBO

PICO

Patient
--
Intervention
--
Comparison
--
Outcome
--

Vraag document aan bij het Catharina Ziekenhuis

Andere artikelen gerelateerd aan: